-
1 overeenkomst
2 [gelijkheid] identity, match3 [harmonie] conformity, agreement4 [afspraak] agreement♦voorbeelden:1 punten van overeenkomst tussen twee zaken • points of agreement/of similarity between two matterser is geen enkele/niet de minste overeenkomst • there is no similarity what(so)ever/not the slightest similarityovereenkomst vertonen met • show similarity to, resembleeen stilzwijgende overeenkomst • a tacit agreementeen overeenkomst beëindigen • terminate an agreementeen overeenkomst ontbinden • dissolve/annul/cancel an agreementeen overeenkomst sluiten met iemand • make/enter into an agreement with someoneeen overeenkomst uitvoeren • carry out an agreementtot een overeenkomst komen met iemand • come to/reach an agreement with someone -
2 schikking
4 [maatregel] arrangement♦voorbeelden:tot een schikking komen (met iemand) • come to an agreement (with someone)4 schikkingen treffen om …/voor … • make arrangements to …/for … -
3 accorderen
2 [met elkaar overweg kunnen] get on (with someone)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [vergelijken] collate ⇒ check (out/up)♦voorbeelden: -
4 instemmen
1 agree (with/to) ⇒ endorse, concur (with) 〈 mening〉, approve 〈 plan〉, assent to 〈 plan〉, accept 〈 wetsvoorstel〉♦voorbeelden:met iemands bezwaren instemmen • support someone's objections -
5 lijn
2 [wiskunde] line4 [omtrek] (out)line, contour7 [potlood/krijtstreep] line♦voorbeelden:2 in rechte lijn (gemeten) • in a straight/direct line, as the crow fliesin grote lijnen • broadly speaking, on the wholeaan de (slanke) lijn doen • be on a dietin grote lijnen begrijpen wat er gezegd wordt • get the gist of what is being said〈 figuurlijk〉 op één lijn brengen • align, bring into linealleen op binnenlandse lijnen vliegen • fly only domestic routesdie lijn bestaat niet meer • that service/route no longer existsblijft u even aan de lijn a.u.b. • hold the line, pleaseik heb je moeder aan de lijn • your mother is on the line/phonelijn 15 • number 157 lijnen trekken/krassen (op) • draw/scratch lines (on)de bal ging over de lijn • the ball crossed the lineeen harde lijn • a hard linede resultaten bewegen zich in opgaande lijn • the results show an upward trendin opgaande lijn • (going) in the right directioneen andere lijn (gaan) volgen • pursue a different coursedat ligt in zijn lijn • 〈 ongunstig〉 that's just the sort of thing he'd do; 〈 gunstig〉 that's right up his streetzij trekken één lijn • they adopt one single view -
6 in overeenstemming zijn
• to be in agreement with• to be in conformity withNederlands-Engels Technisch Woordenboek > in overeenstemming zijn
-
7 tot overeenstemming komen
• to arrive at an agreement withNederlands-Engels Technisch Woordenboek > tot overeenstemming komen
-
8 een overeenkomst sluiten met iemand
een overeenkomst sluiten met iemandmake/enter into an agreement with someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een overeenkomst sluiten met iemand
-
9 geheel met iemand instemmen
geheel met iemand instemmenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geheel met iemand instemmen
-
10 tot een overeenkomst komen met iemand
tot een overeenkomst komen met iemandcome to/reach an agreement with someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > tot een overeenkomst komen met iemand
-
11 tot een schikking komen (met iemand)
tot een schikking komen (met iemand)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > tot een schikking komen (met iemand)
-
12 overeenstemming
2 [eensgezindheid] agreement♦voorbeelden:1 volledige overeenstemming • total conformity, complete agreementin overeenstemming met zijn principes handelen • act according to one's principlesin overeenstemming met • in accordance/keeping within overeenstemming brengen met • bring into line with, harmonize/reconcile withniet in overeenstemming met • out of line/keeping with, inconsistent withwoorden met daden in overeenstemming brengen • match words to actionsde beschrijving is niet in overeenstemming met de feiten • the description is not consistent with the factsniet in overeenstemming met zijn karakter • out of charactertot (een) overeenstemming komen/geraken • come to terms, reach an agreement3 overeenstemming tussen stijl en inhoud • harmony between style and content; 〈 met betrekking tot verhouding〉 correspondence between style and contentVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > overeenstemming
-
13 eens
I 〈 bijwoord〉1 [eenmaal] once2 [nog eenmaal] twice4 [ter versterking] 〈zie voorbeelden 4〉♦voorbeelden:dat is eens en nooit weer • once is enougheens in het uur • hourly, every houreens in de week/drie maanden • once a week/every three monthsmeer dan eens • more than onceeens te meer • (all the) more so2 geef mij nog eens zoveel, a.u.b. • would you give me twice as much/manyeens zo groot • twice as large/bigkom eens langs • drop by sometimeer was eens • once upon a time there wasLonden is niet meer wat het eens was • London is not what it used to beik heb de groenten nu eens gestoomd • I steamed the vegetables for a changedat is weer eens wat anders • that makes a changehet gebeurt nog al eens dat • it does (sometimes) happen thatzeg, vertel me eens, Jan • tell me, Jan!waag het eens • don't you darewacht eens • wait a minuteje zult eens zien wat er gebeurt • you'll see (what happens)dat zou best eens kunnen • that might well be the caseik spreek nog niet eens over de rest • to say nothing of the restniet eens tijd hebben om • not even have the time tohij keek niet eens • he did not even looknee en nog eens nee • once and for all: no!nog eens • once more, (once) again; 〈 formeel〉 anew, afreshdat is nog eens een flinke vent/mooie vrouw • (now) that's what I call a real man/a beautiful womanals we nu eens … • suppose we …, how about …?u zou wel eens gelijk kunnen hebben • you could/might (well) be rightwel eens • once in a while, sometimesje moet je eens na laten kijken • you really should have a check-up; 〈 ironisch〉 you need your head examinedkijk eens aan! • just look at that!II 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [van dezelfde mening] agreed, in agreement♦voorbeelden:1 het over de prijs eens worden • agree on a/about the pricehet erover eens zijn, dat … • agree that …het eens zijn • agree, be in agreementhet met iemand eens zijn • agree with someonehet niet eens zijn met iemand • disagree with someonehet met zichzelf niet eens kunnen worden • not be able to make up one's mind, be undecidedhet op sommige punten niet eens kunnen worden • be unable to reach agreement on certain points -
14 akkoord
akkoord1〈 het〉3 [muziek] chord♦voorbeelden:een akkoord aangaan/sluiten • come to an arrangmenttot een akkoord komen • reach an agreement————————akkoord21 agreed♦voorbeelden:akkoord gaan (met) • agree (to), be agreeable (to)niet akkoord gaan (met) • disagree (with) -
15 afspraak
1 appointment 〈met arts enz.〉; engagement 〈 bijvoorbeeld voor zaken of sociaal〉; 〈 overeenkomst〉 agreement♦voorbeelden:een afspraak maken/hebben bij de tandarts • make/have an appointment with the dentisteen afspraak nakomen, zich aan een afspraak houden • 〈 met iemand〉 keep an appointment; 〈 overeenkomst〉 stick to an agreementspreekuur volgens afspraak • consultation by appointment -
16 vergelijk
♦voorbeelden:1 tot een vergelijk komen • come to terms (with), compromise, come to/reach an agreement -
17 overeenkomstig
overeenkomstig11 [gelijkenis vertonend] similar, corresponding♦voorbeelden:2 dit beleid is overeenkomstig met het regeerakkoord • this policy is consistent with the parliamentary agreement————————overeenkomstig2〈 voorzetsel〉1 in accordance with, according to♦voorbeelden:overeenkomstig de verwachtingen • in line with expectationsovereenkomstig de wet • in accordance/in keeping with the law -
18 overleg
♦voorbeelden:na rijp overleg • on/after careful considerationzonder enig overleg • without a moment's thoughtoverleg plegen over een kwestie • confer on a matterin (nauw) overleg met • in (close) consultation within onderling overleg • by mutual agreementoverleg tussen • consultation between -
19 treffen
treffen1〈 het〉2 [samenkomst] meeting3 [sport] [wedstrijd] encounter♦voorbeelden:————————treffen21 [raken] hit2 [ontmoeten, aantreffen] meet3 [met betrekking tot gevoelens] touch, affect4 [betreffen, aangaan] concern, affect5 [met ‘het’] [boffen] be lucky/in luck6 [met betrekking tot iets onaangenaams] hit, strike7 [tot stand brengen] make♦voorbeelden:1 het schot trof doel • the shot hit its mark/ 〈 van een bal ook〉went home/ 〈 figuurlijk〉 struck homegetroffen door de bliksem • struck by lightningde kogel trof haar in de borst • the bullet hit her in the chest5 je treft het (goed) • you're lucky/in luckhij had het slechter kunnen treffen met zijn werk • he could have fared worse/been worse off with his workde zwaar getroffen ouders • the distressed parentsgetroffen worden door • meet with 〈 ongelukken, rampen〉; be visited by 〈 ziekten, epidemieën〉; be involved in 〈 een faillissement〉voorbereidingen treffen • make preparations1 [(goed) uitkomen] turn out (well)♦voorbeelden:1 dat treft (goed) • what luck!, how fortunate! -
20 collusie
n. collusion, conspiracy; agreement formed with the intent to defraud (Law)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
strike a agreement with sb — strike a deal/agreement (with sb/sth) ► [T] to agree to do business with another person or company: »Takeover money has been deposited in a bank account, in expectation of striking a deal before tomorrow. »The media group yesterday released the… … Financial and business terms
make an agreement with — index connive, conspire, cooperate, join (associate oneself with) Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
True law is right reason in agreement with nature — True law is right reason in agreement with nature; it is of universal application, unchanging and everlasting; it summons to duty by its commands, and averts from wrongdoing by its prohibitions. True law is right reason in agreement with nature… … Law dictionary
strike a agreement with sb/sth — strike a deal/agreement (with sb/sth) ► [T] to agree to do business with another person or company: »Takeover money has been deposited in a bank account, in expectation of striking a deal before tomorrow. »The media group yesterday released the… … Financial and business terms
strike a agreement with sth — strike a deal/agreement (with sb/sth) ► [T] to agree to do business with another person or company: »Takeover money has been deposited in a bank account, in expectation of striking a deal before tomorrow. »The media group yesterday released the… … Financial and business terms
strike a deal/agreement with sb/sth — strike a deal/agreement (with sb/sth) ► [T] to agree to do business with another person or company: »Takeover money has been deposited in a bank account, in expectation of striking a deal before tomorrow. »The media group yesterday released the… … Financial and business terms
agreement — a‧gree‧ment [əˈgriːmənt] noun [countable] 1. an arrangement or promise to do something, made by two or more people or organizations: • Under the agreement, the company will distribute our products in North America. • What happens if the warring… … Financial and business terms
agreement — 1. Grammatical agreement (also called concord) is the correct relation to each other of different parts of a sentence, so that (for example) the form of the verb corresponds to its subject (The house was small, and its walls were painted white),… … Modern English usage
European Union Economic Partnership Agreement with the Pacific ACP Countries — The Pacific Islands Forum countries are currently negotiating with the European Union for the Economic Partnership Agreement. [1 http://www.scoop.co.nz/stories/WO0510/S00385.htm] There is currently an ongoing negotiation among the Pacific ACP… … Wikipedia
Agreement (linguistics) — In languages, agreement or concord is a form of cross reference between different parts of a sentence or phrase. Agreement happens when a word changes form depending on the other words to which it relates. For example, one does not say I is in… … Wikipedia
agreement — a|gree|ment [ ə grimənt ] noun *** 1. ) count an arrangement or decision about what to do, made by two or more people, groups, or organizations: Our agreement was that you would pay by the first of the month. Check the terms of your lease… … Usage of the words and phrases in modern English